Categorie:Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
Uiterlijk
Alle categorieën |
De categorie Overgankelijk werkwoord in het Nederlands bevat een overzicht van Overgankelijke werkwoorden in het Nederlands. | |
Deze werkwoorden kennen een lijdend voorwerp en een volledig stel lijdende vormen. Zij worden in de bedrijvende voltooide tijd met hebben en in de lijdende met zijn vervoegd. | |
Lemma's worden in deze categorie geplaatst door {{ov|nld}} of {{ov|lang=Nederlands}} toe te voegen aan de begripsdefinitie. |
Index |
A - Ab - Ad - Ag - Al - Ap - As - Au - B - Be - Bi - Bo - Br - Bu - C - Ce - Ci - Co - Cr - Cu - D - De - Di - Do - Dr - Du - E - Ed - Ei - Em - Er - Ev - F - Fe - Fi - Fo - Fr - Fu |
Pagina’s in categorie "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
Deze categorie bevat de volgende 200 pagina’s, van de 4.838 in totaal.
(vorige pagina) (volgende pagina)A
- aaien
- aan een touwtje hebben
- aan het hart laten komen
- aanaarden
- aanbelangen
- aanbesteden
- aanbetalen
- aanbevelen
- aanbidden
- aanbieden
- aanbinden
- aanblaffen
- aanblazen
- aanbleken
- aanblikken
- aanboren
- aanbouwen
- aanbraden
- aanbranden
- aanbreien
- aanbreken
- aanbrengen
- aandammen
- aandienen
- aandijken
- aandikken
- aandoen
- aandraaien
- aandragen
- aandrijven
- aandrukken
- aanduiden
- aandurven
- aanduwen
- aandweilen
- aaneenbinden
- aaneenflansen
- aaneenhechten
- aaneenhouden
- aaneenkoeken
- aaneenkoppelen
- aaneenrijgen
- aaneenschakelen
- aaneenschrijven
- aaneensluiten
- aangaan
- aangapen
- aangeven
- aangooien
- aangorden
- aangrijnzen
- aangrijpen
- aanhaken
- aanhalen
- aanhangen
- aanharken
- aanhechten
- aanheffen
- aanhijgen
- aanhitsen
- aanhoren
- aanhouden
- aanjagen
- aankaarten
- aankeffen
- aankijken
- aanklagen
- aanklampen
- aankleden
- aankleuren
- aankleven
- aanklikken
- aankloppen
- aanknippen
- aanknopen
- aankondigen
- aankopen
- aankoppelen
- aankrijgen
- aankruisen
- aankunnen
- aankweken
- aanlanden
- aanlangen
- aanlaten
- aanleggen
- aanlengen
- aanleren
- aanleveren
- aanlijnen
- aanlokken
- aanlopen
- aanmaken
- aanmanen
- aanmelden
- aanmengen
- aanmeren
- aanmerken
- aanmeten
- aanmoedigen
- aanmunten
- aannaaien
- aannemen
- aanpakken
- aanpassen
- aanpikken
- aanplakken
- aanplanten
- aanporren
- aanpoten
- aanpraten
- aanprijzen
- aanpunten
- aanraden
- aanraken
- aanranden
- aanraseren
- aanreiken
- aanrekenen
- aanrichten
- aanrijden
- aanrijgen
- aanroepen
- aanroeren
- aanschaffen
- aanscherpen
- aanschieten
- aanschouwen
- aanschrijven
- aanschroeven
- aanschuiven
- aansjorren
- aanslaan
- aanslepen
- aansluiten
- aansmeren
- aansnijden
- aansnoeren
- aanspannen
- aanspelen
- aanspeten
- aanspinnen
- aanspoelen
- aansporen
- aanspreken
- aanstampen
- aanstaren
- aansteken
- aanstellen
- aanstichten
- aanstippen
- aanstoten
- aanstrepen
- aanstrijken
- aansturen
- aanswitchen
- aantakken
- aantasten
- aantekenen
- aantelen
- aantijgen
- aantikken
- aantonen
- aantrappen
- aantreffen
- aantrekken
- aanvaarden
- aanvallen
- aanvangen
- aanvaren
- aanvatten
- aanvechten
- aanvegen
- aanvijzen
- aanvinken
- aanvliegen
- aanvoelen
- aanvoeren
- aanvragen
- aanvreten
- aanvullen
- aanvuren
- aanwaaien
- aanwenden
- aanwerven
- aanwijzen
- aanwinnen
- aanwrijven
- aanzeggen
- aanzetten
- aanzeulen
- aanzien
- aanzoeken
- aanzuigen
- aanzuiveren
- aanzuren
- aanzwengelen
- aanzweten
- aarden