aanroeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·roe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en roeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanroeren |
roerde aan |
aangeroerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanroeren
- overgankelijk aanraken, kort bespreken
- Hij zal de kwestie aanroeren bij zijn ontmoeting volgende week.
- Ik weet dat ik een heikel punt aanroer, maar ik zeg het toch.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanroeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aanroeren" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %