aandragen
Uiterlijk
- aan·dra·gen
- samenstelling van aan vz en dragen ww
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| aandragen |
droeg aan |
aangedragen |
| klasse 6 | volledig | |
aandragen
- ergens naartoe dragen
- overgankelijk ter sprake brengen
- verzinnen
- ▸ 'Je knikte'. En ik liet mijn hoofd redenen aandragen. Dat hij gewoon moe was van het werk. Dat iedereen weleens een dipje had. Dat hij misschien wat meer moest bewegen in de buitenlucht, hele dagen op kantoor is voor niemand goed. Ik verzon ze, alle smoesjes, voor hem, voor mij.[1]
- met iets komen aandragen
aankomen met
- ∗ Ik was degene die met de oplossing kwam aandragen.[2]
1. ergens naartoe dragen
2. ter sprake brengen
- Het woord aandragen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aandragen" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Ronald Giphart e.a.“Een familie en een Griekse god” (2023), The House of Books, ISBN 9789044366471
- ↑ Victoria Holt“De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 6 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %