aanbinden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·bin·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en binden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanbinden |
bond aan |
aangebonden |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
aanbinden
- overgankelijk met bijvoorbeeld een koord, riem of touw bevestigen
- Voordat we gaan rijden moeten we de spullen in de laadruimte nog aanbinden.
- beginnen
Synoniemen
Spreekwoorden
- de strijd aanbinden: de strijd beginnen
Vertalingen
1. met een koord, riem of touw bevestigen
Gangbaarheid
- Het woord aanbinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aanbinden" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %