aankijken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·kij·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en kijken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aankijken | keek aan | aangekeken |
Eigenschappen | ||
Morfologisch | Sterk werkwoord klasse 1 | |
Scheidbaar werkwoord | ||
Syntactisch | Wederkerig werkwoord Onvergankelijk werkwoord | |
volledig |
Werkwoord
aankijken
- overgankelijk aanzien; de blik op iemands gezicht zichten
- wederkerig elkaar ~ de blik op elkaars gezicht richten
- Zij keken elkaar aan en schoten in de lach.
Uitdrukkingen en gezegden
- de zaak nog eens aankijken'
afwachten
- aankijken op
verdenken van, geringschatten om
- scheef aankijken
jaloers zijn op iemand
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aankijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aankijken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Wederkerig werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %