aankleuren
Uiterlijk
- Geluid: aankleuren (hulp, bestand)
- aan·kleu·ren
- samenstelling van aan bw en kleuren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aankleuren |
kleurde aan |
aangekleurd |
zwak -d | volledig |
aankleuren
- overgankelijk kleur aan iets verlenen, bijv. middels het toevoegen van een kleurstof
- ▸ figuur 5. Histopathologisch beeld van de Aspergillus-haard in de long verkregen bij obductie van patiënt A. De Aspergillus-hyfen zijn duidelijk aangekleurd met een zilverkleuring (grocott-kleuring; circa 100 maal vergroot).[1]
- Het woord aankleuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Lilian Dawson“Clinical reasoning and decision-making in practice. A patient with fever and pancytopenia” (2008) op ResearchGate
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal