aanzweten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·zwe·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanzweten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanzweten
zweette aan
aangezweet
(aangezweten) *
zwak -t volledig
  1. (kookkunst) overgankelijk groente (bijvoorbeeld ui) in vet of olie bakken zodanig dat ze glazig worden maar niet bruin worden
    • Bij het aanzweten van ui gebruik je een pan met een dikke bodem je laat de boter smelten maar niet bruin worden en moet je met een spatel blijven roeren. 
Verwante begrippen
  • sueren = aanzweten met een deksel op de pan
  • sauteren = aanzweten zonder een deksel op de pan
Opmerkingen
  • In de standaardtaal is 'aanzweten' een zwak werkwoord en is het voltooid deelwoord dus 'aangezweet'. [1] Soms wordt voor een stilistisch effect (ritme of nadruk) toch de vorm aangezweten gebruikt. Zulk gebruik van sterke vormen doet zich ook bij enkele andere werkwoorden voor. [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen