aandammen

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·dam·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aandammen
damde aan
aangedamd
zwak -d volledig

Werkwoord

aandammen

  1. overgankelijk, (waterbeheer) aarde bij de waterkant aanbrengen en zodoende nieuwe grond aan de bestaande toevoegen
  2. overgankelijk weke of drassige grond door het opbrengen van aarde boven het water opwerken en zodoende in vaste bodem veranderen
  3. overgankelijk, (waterbeheer) met een dam van het water scheiden
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

45 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be