aannaaien

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·naai·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aannaaien
naaide aan
aangenaaid
zwak -d volledig

Werkwoord

aannaaien

  1. overgankelijk door naaien vastmaken
    • Kun je dit logo op deze plek aannaaien? 
Uitdrukkingen en gezegden

Iemand een oor aannaaien.

  • Iemand beetnemen.
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be