aaneenhechten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aaneenhechten (hulp, bestand)
- IPA: / anˈenhɛxtə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·een·hech·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aaneen en hechten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aaneenhechten |
hechtte aaneen |
aaneengehecht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aaneenhechten
- overgankelijk aan elkaar vast hechten
- Deze vezels zijn nog niet aaneengehecht.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- aaneenbinden, aaneenkoppelen, aaneenknopen, aaneenplakken, aaneenrijgen, aaneenschakelen, aaneenvoegen, combineren, samenhechten, vasthechten
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'aaneenhechten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal