aanvallen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·val·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanvallen
/'an.vɑ.lə(n)/
viel aan
/vil 'an/
aangevallen
/'an.ɣə.vɑ.lə(n)/
klasse 7 volledig

Werkwoord

aanvallen

  1. overgankelijk aangrijpen
  2. overgankelijk het initiatief nemen in het gevecht, aantasten
    • In mei 1940 werden de Lage Landen aangevallen. 
  3. ~ op: kritiek geven op
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Zelfstandig naamwoord

de aanvallenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aanval
     Ze gaf over en kreeg aanvallen van diarree.[1]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be