WikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/5

Uit WikiWoordenboek
  1. ad
  2. ad fundum
  3. ad hoc
  4. ad hominem
  5. ad interim-*
  6. ad rem
  7. ad valvas
  8. ad-hocbasis
  9. ad-hocbeslissing
  10. ad-hocbesluitvorming
  11. ad-hoccommissie
  12. ad-hocoplossing
  13. adagio
  14. adagium
  15. adam
  16. adamsappel
  17. adamskostuum
  18. adaptatie
  19. adapter
  20. adapteren
  21. adaptief
  22. adat
  23. add-on
  24. addax
  25. addendum
  26. adder
  27. addict
  28. additie
  29. additief
  30. additioneel
  31. adel
  32. adelaar
  33. adelborst
  34. adeldom
  35. adelen
  36. adellijk
  37. adem
  38. adembenemend
  39. ademen
  40. ademend
  41. ademhalen
  42. ademhaling
  43. ademhalingsstoornis
  44. ademnood
  45. ademwortel
  46. adept
  47. adequaat
  48. adequaatheid
  49. ader
  50. aderen
  51. aderlaten
  52. aderlating
  53. adherent
  54. adherentie
  55. adhesie
  56. adhocratie
  57. adie
  58. adieu
  59. adios
  60. adiëren
  61. adjectief
  62. adjudant
  63. adjunct
  64. adjunct-chef
  65. adjunct-commissaris
  66. adjunct-directeur
  67. adjunct-secretaris
  68. adjuvant
  69. administrateur
  70. administrateur-generaal
  71. administratie
  72. administratief
  73. administratief medewerker
  74. administratiekantoor
  75. administratiekosten
  76. administrator
  77. administratrice
  78. administreren
  79. admiraal
  80. admiraalvlinder
  81. adolescent
  82. adolescentie
  83. adonis
  84. adoniseren
  85. adopteren
  86. adoptie
  87. adoptiefkind
  88. adoptiefouder
  89. adoptiegezin
  90. adoptieouder
  91. adorabel
  92. adoratie
  93. adoreren
  94. adrenaline
  95. adres
  96. adresbestand
  97. adresboek
  98. adresgegevens
  99. adreslijst
  100. adressaat
  101. adressant
  102. adressenbestand
  103. adressenboek
  104. adressenlijst
  105. adresseren
  106. adressering
  107. adreswijziging
  108. adsorberen
  109. adsorptie
  110. adstructie
  111. adult
  112. advent
  113. adventkalender
  114. adventskaars
  115. adventskalender
  116. adventskrans
  117. adventstijd
  118. adventszondag
  119. adverbium
  120. adverteerder
  121. advertentie
  122. advertentie-inkomsten
  123. advertentieaanbod
  124. advertentieafdeling
  125. adverteren
  126. advertorial
  127. advies
  128. adviesaanvraag
  129. adviesbureau
  130. adviescollege
  131. adviescommissie
  132. adviesorgaan
  133. adviesprijs
  134. adviesraad
  135. adviesrapport
  136. adviseren
  137. adviserend
  138. advisering
  139. adviseur
  140. adviseuse
  141. advocaat
  142. advocaat-generaal
  143. advocaat-stagiaire
  144. advocate
  145. advocatenkantoor
  146. advocaterij
  147. advocatuur
  148. aed
  149. aerobiccen
  150. aerobics
  151. aerodroom
  152. aerodynamica
  153. aerodynamisch
  154. aeronaut
  155. aeroob
  156. aerosol
  157. af
  158. af fabriek
  159. afasie
  160. afb.
  161. afbakenen
  162. afbakening
  163. afbakken
  164. afbeelden
  165. afbeelding
  166. afbellen
  167. afbericht
  168. afbestellen
  169. afbetalen
  170. afbetaling
  171. afbetalingsregeling
  172. afbidden
  173. afbieden
  174. afbiezen
  175. afbijten
  176. afbinden
  177. afbladderen
  178. afblaffen
  179. afblazen
  180. afblijven
  181. afblokken
  182. afboeken
  183. afboeking
  184. afbouw
  185. afbouwen
  186. afbraak
  187. afbraakproces
  188. afbranden
  189. afbreken
  190. afbreking
  191. afbrengen
  192. afbreuk
  193. afchecken
  194. afd.
  195. afdak
  196. afdalen
  197. afdaling
  198. afdammen
  199. afdanken
  200. afdankertje
  201. afdekken
  202. afdekking
  203. afdeling
  204. afdelingschef
  205. afdelingshoofd
  206. afdelingssecretaresse
  207. afdichting
  208. afdingen
  209. afdoen
  210. afdoend
  211. afdoppen
  212. afdracht
  213. afdragen
  214. afdraven
  215. afdreigen
  216. afdrijven
  217. afdrogen
  218. afdroogdoek
  219. afdruipen
  220. afdruk
  221. afdrukken
  222. afdwalen
  223. afdwaling
  224. afdwingbaar
  225. afdwingen
  226. afeten
  227. affaire
  228. affect
  229. affectatie
  230. affecteren
  231. affectie
  232. affectief
  233. affectiviteit
  234. affichage
  235. affiche
  236. afficheren
  237. affichering
  238. affiliatie
  239. affiliëren
  240. affiniteit
  241. affirmatief
  242. affix
  243. affreus
  244. affront
  245. affrontelijk
  246. affronteren
  247. affuit
  248. afgaan
  249. afgebakend
  250. afgebeeld
  251. afgebrand
  252. afgebroken
  253. afgekeurd
  254. afgelasten
  255. afgelasting
  256. afgelegd
  257. afgelegen
  258. afgeleide
  259. afgelopen
  260. afgepeigerd
  261. afgerond
  262. afgesloten
  263. afgestemd
  264. afgestudeerde
  265. afgetrokken
  266. afgevaardigde
  267. afgeven
  268. afgezant
  269. afgezonderd
  270. afghaan
  271. afgieten
  272. afgifte
  273. afglijden
  274. afgooien
  275. afgrazen
  276. afgrijselijk
  277. afgrijzen
  278. afgrond
  279. afgunst
  280. afh.
  281. afhaalchinees
  282. afhaken
  283. afhakken
  284. afhalen
  285. afhaling
  286. afhandelen
  287. afhandeling
  288. afhandelingskosten
  289. afhandelingstermijn
  290. afhangen
  291. afhankelijk
  292. afhankelijk van
  293. afhankelijkheid
  294. afhelpen
  295. afhouden
  296. afhuren
  297. aficionado
  298. afijn
  299. afingisoep
  300. afjagen
  301. afk.
  302. afkaarten
  303. afkalven
  304. afkappingsteken
  305. afkeer
  306. afketsen
  307. afkeuren
  308. afkeuring
  309. afkickcentrum
  310. afkicken
  311. afkijken
  312. afkluiven
  313. afknippen
  314. afkoelen
  315. afkolven
  316. afkomen
  317. afkomst
  318. afkomstig
  319. afkondigen
  320. afkoop
  321. afkopen
  322. afkorten
  323. afkorting
  324. afkortingsteken
  325. afkrabben
  326. afkrijgen
  327. afkruiden
  328. afkruisen
  329. afkuisen
  330. afkunnen
  331. aflachen
  332. afladen
  333. aflakken
  334. aflaten
  335. afleesbaar
  336. afleggen
  337. afleggersvereniging
  338. afleiden
  339. afleiding
  340. afleidingsmanoeuvre
  341. afleren
  342. afleveradres
  343. afleveren
  344. aflevering
  345. aflezen
  346. afliggen
  347. aflijnen
  348. aflijning
  349. afloop
  350. aflopen
  351. aflossen
  352. aflossing
  353. afluisteren
  354. afmaken
  355. afmatten
  356. afmelden
  357. afmelding
  358. afmeren
  359. afmeten
  360. afmeting
  361. afmonteren
  362. afname
  363. afnemen
  364. afnemer
  365. aforisme
  366. afpakken
  367. afpeigeren
  368. afpellen
  369. afpersen
  370. afpitsen
  371. afprijzen
  372. afprinten
  373. afpunten
  374. afraden
  375. afraffelen
  376. afraggen
  377. afraken
  378. afrastering
  379. afreageren
  380. afregelen
  381. afreis
  382. afreizen
  383. afrekenen
  384. afrekening
  385. afremmen
  386. africhten
  387. afrijden
  388. afrikaan
  389. afrit
  390. afro
  391. afrodisiacum
  392. afroep
  393. afroepen
  394. afrokapsel
  395. afromen
  396. afronden
  397. afronding
  398. afruimen
  399. afschaffen
  400. afschaffing
  401. afschakelen
  402. afschaven
  403. afscheid
  404. afscheiden
  405. afscheiding
  406. afscheidnemend
  407. afscheidsbrief
  408. afscheidscadeau
  409. afscheidsceremonie
  410. afscheidsreceptie
  411. afschenken
  412. afschepen
  413. afscheppen
  414. afscheren
  415. afschermen
  416. afschieten
  417. afschietperiode
  418. afschilferen
  419. afschot
  420. afschrapen
  421. afschrappen
  422. afschrift
  423. afschrijven
  424. afschrijving
  425. afschrikken
  426. afschrobben
  427. afschudden
  428. afschuimen
  429. afschuiven
  430. afschuren
  431. afschutten
  432. afschuw
  433. afschuwelijk
  434. afserveren
  435. afslaan
  436. afslag
  437. afslagkust
  438. afslanken
  439. afslankkoffie
  440. afslankthee
  441. afsluitbaar
  442. afsluitdijk
  443. afsluiten
  444. afsluiter
  445. afsluiting
  446. afsnauwen
  447. afsnijden
  448. afspatten
  449. afspelden
  450. afspelen
  451. afspeuren
  452. afspiegeling
  453. afspoelen
  454. afsponsen
  455. afspraak
  456. afspraakbevestiging
  457. afspreken
  458. afstaan
  459. afstaand
  460. afstammen
  461. afstand
  462. afstandbediening
  463. afstandelijk
  464. afstandsbediening
  465. afstandschot
  466. afstandsonderwijs
  467. afstandsschot
  468. afstappen
  469. afsteken
  470. afstel
  471. afstellen
  472. afstemmen
  473. afstemming
  474. afstempelen
  475. afstevenen
  476. afstoffen
  477. afstormen
  478. afstoten
  479. afstraffen
  480. afstralen
  481. afstruinen
  482. afstudeerder
  483. afstudeeropdracht
  484. afstudeerpresentatie
  485. afstudeerproject
  486. afstudeerscriptie
  487. afstudeerthesis
  488. afstuderen
  489. afsturen
  490. aft
  491. aftaaien
  492. aftands
  493. aftapen
  494. aftappen
  495. aftasten
  496. aftekenen
  497. aftellen
  498. aftelling
  499. afterparty
  500. aftersales
  501. aftershave
  502. aftersun
  503. aftikken
  504. aftiteling
  505. aftobben
  506. aftoetsen
  507. aftoppen
  508. aftrap
  509. aftreden
  510. aftrek
  511. aftrekken
  512. aftrekker
  513. aftroeven
  514. aftroggelaar
  515. aftroggelen
  516. afturven
  517. afunctioneel
  518. afvaardigen
  519. afvaardiging
  520. afvaart
  521. afval
  522. afvalbak
  523. afvallen
  524. afvalstof
  525. afvalton
  526. afvangen
  527. afvaren
  528. afvegen
  529. afvijlen
  530. afvinken
  531. afvissen
  532. afvlakken
  533. afvloeien
  534. afvloeiing
  535. afvloeiingsregeling
  536. afvoer
  537. afvoerbuis
  538. afvoeren
  539. afvoertrens
  540. afvragen
  541. afvullen
  542. afvuren
  543. afwachten
  544. afwachting
  545. afwas
  546. afwaskwast
  547. afwasmachine
  548. afwasmiddel
  549. afwassen
  550. afwasser
  551. afweer
  552. afweersysteem
  553. afwegen
  554. afweging
  555. afweken
  556. afwenden
  557. afwennen
  558. afwerken
  559. afwerking
  560. afwerkingsniveau
  561. afwerpen
  562. afweten
  563. afwezig
  564. afwezigheid
  565. afwezigheidsattest
  566. afwezigheidslijst
  567. afwijken
  568. afwijkend
  569. afwijking
  570. afwijzen
  571. afwijzing
  572. afwikkelen
  573. afwikkeling
  574. afwimpelen
  575. afwisselen
  576. afwisselend
  577. afwisseling
  578. afz.
  579. afzagen
  580. afzakken
  581. afzeggen
  582. afzegging
  583. afzeiken
  584. afzenden
  585. afzender
  586. afzendster
  587. afzet
  588. afzetmarkt
  589. afzetten
  590. afzetter
  591. afzetting
  592. afzien
  593. afzoeken
  594. afzonderen
  595. afzonderlijk
  596. afzuigkap
  597. afzweren
  598. agaat
  599. agame
  600. agape
  601. agaragar
  602. agave
  603. agence
  604. agenda
  605. agendabeheer
  606. agendapunt
  607. agendasetting
  608. agenderen
  609. agens
  610. agent
  611. agente
  612. agentschap
  613. agentuur
  614. ageren
  615. agglomeratie
  616. aggravatie
  617. aggregaat
  618. aggregatie
  619. aggregeren
  620. agio
  621. agitatie
  622. agiteren
  623. agnost
  624. agnostisch
  625. agogisch
  626. agonie
  627. agora
  628. agorafobie
  629. agrafe
  630. agrarisch
  631. agrariër
  632. agressie
  633. agressief
  634. agressiviteit
  635. agressor
  636. agricultuur
  637. aguinaldo
  638. aguinaldogroep
  639. ah
  640. aha
  641. aha-erlebnis
  642. aha-ervaring
  643. ahoi
  644. ahorn
  645. ahum
  646. ai
  647. aids
  648. aidsbesmetting
  649. aidsepidemie
  650. aidspatiënt
  651. aidspreventie
  652. aidsvirus
  653. aikido
  654. aimabel
  655. aio
  656. aioli
  657. air
  658. airbag
  659. airbrush
  660. airbrushen
  661. airbus
  662. airco
  663. airconditioned
  664. airconditioner
  665. airconditioning
  666. aircoruimte
  667. aircozaal
  668. airhostess
  669. airlift
  670. airline
  671. airport
  672. airporttax
  673. airstrip