adsorberen

Niet te verwarren met: absorberen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  adsorberen    (hulp, bestand)
• IPA: / ɑtsɔrˈberə(n) / (4 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ɑt.sɔr.ˈbɪː.rə(n)/
  • (Limburg): /ɑd.zɔr.ˈbeː.rə(n)/

Woordafbreking

• ad·sor·be·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse adsorber (met het achtervoegsel -eren)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
adsorberen	adsorbeerde	geadsorbeerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

adsorberen

1. (medisch) aantrekken, aan de oppervlakte binden

Afgeleide begrippen

• adsorptie, adsorbaat

Verwante begrippen

• absorberen

Vertalingen

    1. aantrekken, aan de oppervlakte binden   

Duits: adsorbieren (de) Engels: adsorb (en)

Frans: adsorber (fr)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord adsorberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.