adjunct-directeur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·junct-di·rec·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adjunct-directeur adjunct-directeurs
adjunct-directeuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de adjunct-directeurm

  1. (beroep) iemand die de directeur assisteert en bij afwezigheid vervangt
    • Vanwege weinig regenval en aanhoudende droogte dreigt er hongersnood voor 17 miljoen mensen in de Hoorn van Afrika. Dat heeft de FAO, de voedselorganisatie van de Verenigde Naties, op zondag bekendgemaakt. Volgens Maria Helena Semedo, adjunct-directeur-generaal Klimaat en Natuurlijke Hulpbronnen bij de FAO, is de nood zeer hoog. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Huib De Zeeuw 29 januari 2017