afvalbak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·val·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afvalbak afvalbakken
verkleinwoord afvalbakje afvalbakjes

Zelfstandig naamwoord

de afvalbakm

  1. bak waar het afval in wordt gedeponeerd totdat de vuilnisdienst het ophaalt
     Doordat ik vaak dagenlang geen afvalbak tegenkwam, droeg ik altijd een zak vol gebruikte wc-papiertjes bij me. Het was altijd weer een enorme opluchting om in een dorpje mijn wc-papier en ander afval weg te kunnen gooien.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

afvalbak

  1. afvalbak


Veluws

Zelfstandig naamwoord

afvalbak

  1. afvalbak