afstudeerproject
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·stu·deer·pro·ject
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afstuderen ww en project zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afstudeerproject | afstudeerprojecten |
verkleinwoord | afstudeerprojectje | afstudeerprojectjes |
Zelfstandig naamwoord
het afstudeerproject o
- een productie die men heeft gemaakt als bewijs dat men een opleiding met goed gevolg heeft voltooid
- ▸ Dit verhaal is waargebeurd. De Duitse student Tobias Rosen las het in de krant en zag er "een fantastisch verhaal over menselijkheid en naastenliefde" in. Hij besloot er, als afstudeerproject, een film over te maken.[1]
- ▸ Het begon vier jaar geleden met het afstudeerproject van Isaac aan de Willem de Kooning Academie. "Ik heb een fascinatie voor bijzondere materialen", vertelt hij. "Daarom besloot ik sigaretten te verwerken tot grondstof."[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord afstudeerproject staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rebecca Vernhout“Moslims die moord op christenen voorkomen: film met moedige boodschap” (19-02-2018), NOS
- ↑ Weblink bron “Deze sjaal is gemaakt van 10.000 festivalpeuken” (29-05-2017), NOS