afbetaling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·be·ta·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afbetaling afbetalingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de afbetalingv

  1. een geleidelijke betaling in termijnen
    • De afbetaling van de schuld is erg belangrijk. 
     Beide apparaten zijn contant betaald, je moet geen schulden maken, op afbetaling is niets voor ons.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. afbetaling op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be