adjuvant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·ju·vant
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adjuvant | adjuvanten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de adjuvant m
- (farmacologie) stof die men aan een vaccin toevoegt om de immuunreactie te versterken
- ▸ Volgens hem is er tussen de 100 en 200 miljoen euro nodig om alvast klinisch onderzoek te doen naar een onderdeel van zo’n vaccin. Het gaat om een zogenoemd adjuvant dat zorgt voor een snellere afweerreactie op het virus.[1]
- ▸ Gebruik van een zogeheten adjuvant, een stof die het immuunsysteem stimuleert, kan het aantal beschikbare doses wellicht vergroten doordat er minder viruseiwit nodig is om een goede, beschermende afweerreactie te krijgen.[2]
- (farmacologie) stof die aan een (chirurgische) behandeling wordt toegevoegd om de werking te versterken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord adjuvant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “’Hoogervorst pompt onnodig geld in staatsbedrijf’” (4 april 2006), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Virologen twijfelen: wel of geen vaccin?” (8 mei 2009), Reformatorisch Dagblad