agendasetting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- agen·da·set·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van agenda zn en setting zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agendasetting | agendasettings |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het aankaarten van een onderwerp; het plaatsen van een punt op de agenda
- ▸ Dewael verklaarde vandaag in De Zevende Dag dat alle partijen het eerder eens waren geworden over de agendasetting. Hij noemt het respectloos tegenover de negen andere partijen dat N-VA die agenda plots op de helling plaatste. ‘De Roover probeerde het debat weg te kapen, nog voor de vragenronde.’ N-VA ontkent, bij monde van Sander Loones, dat er unanimiteit was over de agendasetting.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord agendasetting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ann-Sofie Dekeyser“De Roover en Dewael nog altijd op ramkoers” (20/09/2020), De Standaard