werk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vlasvezels’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
- In de betekenis van ‘arbeid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 776 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werk | werken |
verkleinwoord | werkje | werkjes |
Zelfstandig naamwoord
ˈwerk' o
- dat wat gedaan moet worden, klus, arbeid, karwei
- Het werk dat moest gebeuren, is voltooid.
- beroep
- Het werk van Hans is buschauffeur.
- de plek waar men werkt, werkplek
- Hans kwam vandaag te laat aan op het werk.
- dat wat gemaakt is, kunstwerk, pennenvrucht, boekwerk, oeuvre, opus etc.
- Het werk van Magritte zal op de veiling verkocht worden.
- een figuurtje in breiwerk ter versiering
- Een trui met een werkje.
- (werktuigbouwkunde) een aangedreven mechaniek dat steeds dezelfde functies verricht zoals het overbrengen van beweging, het verplaatsen van lasten, het aanwijzen van tellerstanden, het afspelen van muziekautomaten ect.
- De aandrijflijn van een molen noemt men het "gaande werk".
Synoniemen
Verwante begrippen
- (2) emplooi, bezigheden
- (6) automaat
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. dat wat gedaan moet worden
2. beroep
3. de plek waar men werkt, werkplek
4. dat wat gemaakt is, kunstwerk
er is werk aan de winkel
|
het werk neerleggen
|
Zelfstandig naamwoord
werk o
- de verwarde, grove bij het hekelen afgescheiden afvaldraden van vlas of hennep, vooral de kortere draden
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
hede, afval van vlas of hennep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
werken |
werk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werken
- Ik werk.
- gebiedende wijs van werken
- Werk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werken
- Werk je?
Gangbaarheid
- Het woord werk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "werk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 of 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werktuigbouwkunde in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %