smeedwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

smid aan het werk, aan de muur hangt siersmeedwerk
Uitspraak
Woordafbreking
  • smeed·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord smeedwerk smeedwerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

smeedwerk o [1]

  1. een metalen product dat is ontstaan door smeden
    • Als de bezittingen niet terugkomen, stelt de vereniging de bank aansprakelijk. Dat zou kunnen betekenen dat de bank de reproductie van onder meer de persoonlijk ontworpen schildjes moet bekostigen. Een helse klus vanwege de moeilijkheidsgraad van het smeedwerk.[2] 
    • De deelnemers komen zo’n beetje uit het hele land, zegt Hoogervorst: 'Onder meer uit Den Haag, Groningen en Arnhem.” En er komt uit de Eiffel nog een Duitse deelnemer met smeedwerk. Hij verwacht 8000 tot 10.000 bezoekers. 'We zijn het karakter van een wijkmarkt inmiddels ontgroeid.' [3] 
  2. arbeid die vooral bestaat uit het uitoefenen van de smeedkunst
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 04 jun. 2013
  3. Tubantia 26-AUGUSTUS-2011
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be