naaiwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naai·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naaiwerk
verkleinwoord naaiwerkje naaiwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het naaiwerko

  1. (huishouden) klusje dat met naald en draad wordt verricht aan textiel in het huishouden
    • Vroeger zaten vrouwen vaak met wat naaiwerk op schoot tijdens het maken van een praatje. 
    • De hoge prijs van textiel, het lage inkomen en de slechte kwaliteit van kleding maakten het huisvrouwen vroeger veen naaiwerk hadden te doen. 
Synoniemen
  1. verstelwerk, handwerk, naaldwerk
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be