Naar inhoud springen

Welsh

Uit WikiWoordenboek
ISO 639-3
cym
bestand
  • Welsh
  • Ontleend aan Engels Welsh.
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord Welsh- -
verkleinwoord -- -

hetWelsho

  1. geen meervoud (taal) Keltische taal die wordt gesproken in Wales
    • Het Welsh is niet zo'n bekende taal. 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen WelshWelsherWelsht
verbogen WelsheWelshereWelshte
partitief WelshWelshers-

Welsh

  1. met betrekking tot Wales
    • Zij heeft verkering met een Welshe jongen. 
  • erfwoord: Uit Middelengels Walsche, Welsse (taal), substantivering van de demoniem walisch, welisch, uit Oudengels wælisc, welisc, (Westsaksisch) wilisc, wylisc ‘Welsh; vreemd, buitenlands’, adjectiefvorming van Wealh ‘Brit, Kelt; vreemde, slaaf’. Verwant met Ndl. Waals en Duits Welsch ‘Franstalige Zwitser, Romaanstalige’.

Welsh

  1. (taal) Welsh.

Welsh

  1. (demoniem) Welsh.

Welsh

  1. (taal) Welsh; een Keltische taal die wordt gesproken in Wales

Welsh

  1. (taal) Welsh; een Keltische taal die wordt gesproken in Wales

Welsh

  1. (taal) Welsh; een Keltische taal die wordt gesproken in Wales