werkvak

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·vak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkvak werkvakken
verkleinwoord werkvakje werkvakjes

Zelfstandig naamwoord

werkvak o

  1. deel van een weg dat in verband met wegwerkzaamheden helemaal of gedeeltelijk is afgesloten
    • Rijkswaterstaat verlengt donderdag het werkvak langs de Twenteroute (N18) tussen Haaksbergen en Enschede. Tot woensdag was over 'slechts' een afstand van vier kilometer 50 km/u toegestaan. Vanaf vandaag geldt die snelheid voor 9 kilometer. [1] 
    • Op de A27 wordt ook aan de weg gewerkt, maar daar heeft het beton niets mee te maken, meldt de VID. Omdat de auto's nu in het werkvak staan, leveren ze voor het overige verkeer niet of nauwelijks hinder op. [2] 
    • Sommige weggebruikers hebben geprobeerd te keren in het werkvak. Tenminste een bestuurder reed tegen het verkeer in over het werkvak terug richting Utrecht. Hij werd ter hoogte van Rijnsweerd aangehouden. [3] 

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Tubantia 09-04-08 Tussen Haaksbergen en Enschede 50 km/u
  2. Tubantia Annabel van Gestel 11-10-17 Minstens 15 auto's lopen lekke band op op A27
  3. Tubantia 18-11-16 Chaotische taferelen op A2 na ongeluk
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be