dichtwerk

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dicht·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dichtwerk dichtwerken
verkleinwoord dichtwerkje dichtwerkjes

Zelfstandig naamwoord

dichtwerk o [1]

  1. een langer gedicht
    • De Ilias is een lang en verhalend dichtwerk. 
  2. het oeuvre van een dichter
    • In heel haar dichtwerk laat Joke van Leeuwen de lezer in haar, al dan niet gespeelde verwarring delen. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Arie van den Berg 30 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be