opera

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ope·ra
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘gezongen toneelspel’ voor het eerst aangetroffen in 1668 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord opera opera's
verkleinwoord operaatje operaatjes

Zelfstandig naamwoord

de operam

  1. (muziek), (toneel) een in hoofdzaak gezongen en orkestraal begeleid muziekdrama, gewoonlijk van ernstige aard
    • Gaat u vaak naar opera's? 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Bosnisch

Zelfstandig naamwoord

opera v

  1. (muziek), (toneel) opera
Verbuiging


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
opera operas

Zelfstandig naamwoord

opera

  1. (muziek), (toneel) opera


Hongaars

Uitspraak
Woordafbreking
  • ope·ra

Zelfstandig naamwoord

opera

  1. (muziek), (toneel) opera


Italiaans

enkelvoud meervoud
opera opere

Zelfstandig naamwoord

opera v

  1. (muziek), (toneel) opera


Kroatisch

Zelfstandig naamwoord

opera v

  1. (muziek), (toneel) opera
Verbuiging


Pools

Zelfstandig naamwoord

opera v

  1. (muziek), (toneel) opera
Verbuiging


Servisch

Zelfstandig naamwoord

opera v

  1. (muziek), (toneel) opera
Verbuiging
Schrijfwijzen


Sloveens

Zelfstandig naamwoord

opera v

  1. (muziek), (toneel) opera


Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

opera v

  1. (muziek), (toneel) opera


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
operar

opera

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van operar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van operar


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ope·ra

Zelfstandig naamwoord

opera v

  1. (muziek), (toneel) opera
  2. (bouwkunde)(muziek) operahuis
Verbuiging
Synoniemen
  1. zpěvohra v
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

opera g

  1. (muziek), (toneel) opera