duwwerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- duw·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van duwen ww en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duwwerk | duwwerken |
verkleinwoord | duwwerkje | duwwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
het duwwerk o
- geduw
- Na de hervatting trok de thuisclub het initiatief definitief naar zich toe. Opnieuw had FC Twente het geluk dat het geen penalty tegen kreeg, nu bij duwwerk van Robbert Schilder tegen Gravenbeek. [1]
- De tent zit rammetje vol, maar als ik een rondje bier wil halen ben ik snel aan de beurt. De Party Animals zwepen met hun 90’s-muziek het publiek op tot een feestende massa. Als we een uurtje later de tent willen verlaten, kost dat nog het nodige trek- en duwwerk. De sfeer is en blijft ondanks de drukte goed. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'duwwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duwwerk" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 10-02-13 FC Twente wint weer niet
- ↑ Tubantia Rutger Borgerink 10-04-17 Volle bak op Megaparty Weerselo, sfeer blijft gemoedelijk
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be