werkkleren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkkleren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- werk·kle·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | werkkleren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) (stevige) kleding waarmee men kan werken
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord werkkleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.