werkcoupé
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·cou·pé
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werken ww en coupé zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkcoupé | werkcoupés |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
werkcoupé m
- een coupé in een trein waarin men niet hardop mag praten of op andere manier hinderlijk geluid maken
- Stilte! Werkcoupé!' meldt het stickertje dat de Nederlandse Spoorwegen op de deur van hun rook-alkoofjes in de eerste klas hebben geplakt. Roken, werken, eerste klas reizen en je mond houden, samengevat: een toestand waarmee ik me kan verenigen. [1]
- Ik moet van Amsterdam naar Groningen, want daarginder wachten mensen op me die zich met Groningse groene zeep hebben gewassen om een hele avond naar me te luisteren. Ik neem de avondtrein van half zes, dan ben ik dik op tijd om tegen half negen met mijn voorlezerij te beginnen. Ik haat gehaast en gedrang. Rustig een werkcoupé in de eerste klas opzoeken, dan kan ik nog wat voorbereiden. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord werkcoupé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "werkcoupé" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ NRC S. Montag 6 november 1999 Wildpraten
- ↑ NRC Jean-Paul Franssens 16 februari 2002 Where are you comming from, sir
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be