welzijnswerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·zijns·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welzijnswerk -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het welzijnswerko

  1. maatschappelijke activiteiten gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden
  2. geheel van maatschappelijke organisaties dat activiteiten gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden verzorgt

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen