stucwerk

Uit WikiWoordenboek
Een stukadoor brengt stucwerk aan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuc·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stucwerk -
verkleinwoord stucwerkje stucwerkjes

Zelfstandig naamwoord

stucwerk o [1]

  1. in stuc uitgevoerd werk
     Volgens Verfürden wordt de restauratie geen gemakkelijke klus. "Het oudste gedeelte van het paleis heeft heel bijzondere facetten. Zo zijn er wanden geschilderd met de scagliola-techniek. Dat is een Italiaanse techniek waarbij stucwerk wordt geschilderd alsof het marmer is.[2]

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Plan voor restauratie Soestdijk gepresenteerd: 'Geen gemakkelijke klus'” (3/6/2020), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be