grondwerk
Uiterlijk
- grond·werk
- samenstelling van grond en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grondwerk | grondwerken |
verkleinwoord |
het grondwerk o
- voorbereiding van de ondergrond voor een bouwwerk
- Het grondwerk is klaar. De funderingen van het huis zijn gereed. Men kan beginnen met de bouw van het eigenlijke huis.
- Het dijklichaam van de autosnelweg is klaar, het grondwerk is verricht.
- (figuurlijk) voorbereidend werk
- Je kunt alleen al het idee controversieel vinden, potentieel gevaarlijk of zelfs bloedlink. Maar het wordt openlijk uitgesproken. Het intellectuele grondwerk wordt verricht. De uitvoering, hoe ongelooflijk het nu nog klinkt, lijkt een kwestie van tijd. [1]
- de basis van een schilderwerk
- Het woord grondwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grondwerk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Maarten Schinkel 3 december 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be