werkcollege

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·col·le·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkcollege werkcolleges
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

werkcollege o [1]

  1. een lesvorm op de hogeschool en de universiteit, waarbij de student onder begeleiding aan opdrachten werkt, meestal in groepsverband
    • Hoe is dat nou, studeren op de universiteit? 650 leerlingen uit het vijfde en zesde jaar van het vwo gaan volgende week proefstuderen op de Erasmus Universiteit in Rotterdam. De aankomende studenten krijgen een of twee dagen een speciaal voor hen gemaakt programma met hoor- en werkcolleges.[2] 
    • Na de verkiezingsuitslag gooiden historici Carla Hoetink en Wim de Jong hun werkcollege om en vroeg hun studenten om een analyse. 'De verkiezing van Trump is eerder een teken dat de democratie wel werkt dan van het tegendeel', zei een van hen.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 22 jan. 2013
  3. Volkskrant Carla Hoetink en Wim de Jong politiek historici aan Radboud Universiteit Nijmegen 11 november 2016