werkwoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkwoord werkwoorden
verkleinwoord werkwoordje werkwoordjes

Zelfstandig naamwoord

het werkwoordo

  1. (grammatica) woordsoort die in de eerste plaats een handeling of toestand uitdrukt
    • Het huiswerk voor morgen is het vervoegen van deze 12 Franse werkwoorden. 
    • Kan iemand me vertellen wat het werkwoord in deze zin is? 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord werkwoord werkwoorde

Zelfstandig naamwoord

werkwoord

  1. (grammatica) werkwoord