nakijkwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·kijk·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nakijkwerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het nakijkwerko

  1. (onderwijs) het controleren en corrigeren van schriftelijke taken van leerlingen door leraren
     Leraren die na werktijd waren blijven hangen voor nakijkwerk ...[1]
     Een lerares van het Visser 't Hooft Lyceum in Leiden krijgt haar dagelijkse overuren niet uitbetaald. De vrouw was elke dag tot in de kleine uurtjes bezig met nakijkwerk en administratie. Maar ze had daar geen opdracht voor gekregen van de school, dus die hoeft niet te betalen, besliste het gerechtshof in Den Haag dinsdag.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 februari 2022 Weblink bron “Lerares krijgt overuren niet betaald” (12-01-2017), Tubantia