werkmens

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

de dokwerker als archetype voor de werkmens
Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·mens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkmens werkmensen
verkleinwoord werkmensje werkmensjes

Zelfstandig naamwoord

werkmens m [1]

  1. iemand die zijn (lage) inkomen krijgt door het verrichten van betaalde arbeid
    • De vakbonden vrezen dat in de nieuwe structuur veel personeelsleden zullen worden geherlokaliseerd, waardoor ze grotere verplaatsingen moeten maken naar hun werk en hekelen de ‘structurele afbouw van tewerkstelling bij de “werkmens onderaan de ladder”’. Ook heerst er onduidelijkheid over werknemers met een job die in het nieuwe systeem verdwijnt of een andere focus krijgt. [2] 
    • De elite keek neer op de arbeidersklasse, zeker, maar tegelijkertijd begon er, ook onder druk van de socialisten, een besef te ontstaan dat je de werkmens, de gewone man, moet beschermen, rechten moet geven, en dat je zorgen die je over hem hebt moet vertalen in politiek en cultureel beleid. [3] 
  2. een noeste werker
    • Nee, O’Hanlon heeft geen voorliefde voor fatale ondernemingen. Hij legde in zijn tv-serie bijvoorbeeld veel genegenheid aan de dag voor natuuronderzoeker en ‘werkmens’ Alfred Russel Wallace, die ook naar de Amazone trok, maar schipbreuken en malaria overleefde. [4] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 15/02/2018 om 11:16 door svg Waarom en waar De Lijn vrijdag staakt
  3. NRC Lotfi El Hamidi 26 oktober 2017 ‘De gewone man moet je niet per se zijn zin geven’
  4. NRC Marianne Vermeijden 7 maart 2014 Bijna verzuipen in de Beringzee
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be