werkstaking

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

werkstaking bij de spoorwegen
Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·sta·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkstaking werkstakingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

werkstaking v [1]

  1. het tijdelijk stoppen met het leveren van arbeid om een sociaal-politiek doel te bewerkstelligen
    • Afgelopen vrijdag besloten de vakbondsleden de werkstaking weer op te pakken, omdat AkzoNobel weigert in gesprek te gaan met de vakbonden over een eigen cao voor het bedrijf.[2] 
    • Het bestuur van De Appel zei eerder de onrust die is ontstaan door het op non-actief stellen van Benedetti te betreuren. Op de eigen website schrijft het: Ín reacties wordt gesuggereerd dat het geschil te maken heeft met de koers van De Appel. We zouden van Benedetti verlangen dat hij van De Appel een bezoekersmachine maakt en rendement belangrijker vinden dan kwaliteit. Over dit soort onderwerpen is nooit verschil van mening geweest.'Vrijdag liet het bestuur weten komende week met een reactie te komen op de werkstaking van de docenten.[3] 
    • Met een verdeeld FNV is het voor werkgevers én het kabinet beroerd pacten sluiten. Deze week schreef minister Kamp (Sociale Zaken; VVD) aan de Kamer dat een breed draagvlak bij het pensioenakkoord voorop staat. Dat schept verplichtingen. Kan Kamp nog wat radertjes smeren voor een compromis? Niets werkt zo verbroederend op een verdeelde vakbeweging als een pakkende werkstaking.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 23 sep. 2014
  3. Volkskrant Karolien Knols 9 oktober 2015
  4. NRC Menno Tamminga 7 april 2011