deeltijdwerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- deel·tijd·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van deeltijd en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deeltijdwerk | deeltijdwerken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het deeltijdwerk o
- (economie) werk waarbij men minder werkt dan het aantal uren per week (32-40 uur) die men fulltime zou doen
Antoniemen
Vertalingen
1. werk waarbij men minder werkt
Gangbaarheid
- Het woord deeltijdwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.