werkpaard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

russisch werkpaard
Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkpaard werkpaarden
verkleinwoord werkpaardje werkpaardjes

Zelfstandig naamwoord

werkpaard o

  1. een paard dat gehouden wordt om arbeid te verrichten
  2. (figuurlijk) een persoon die hard werkt
Synoniemen
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • je hebt luxe paarden en werkpaarden
niet iedereen heeft dezelfde positie in de maatschappij
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be