Categorie:Sterk werkwoord klasse 7 in het Nederlands
Uiterlijk
De zevende klasse was van oorsprong een verzameling werkwoorden uit de andere zes klassen die reduplicatie vertoonden. De klinker van de tegenwoordige tijd kan dientengevolge wisselen maar is wel hetzelfde als die van het voltooid deelwoord. De verleden tijd heeft /iː/.
Paradigma:
.../*/...-.../iː/...-.../*/
- * = /u/: bijv. roepen - riepen - geroepen
- * = /a/: bijv. slapen - sliep - geslapen
Ook enkele werkwoorden met in de verleden tijd een op /iː/ lijkende klank (worden, vangen) zijn voor het gemak in deze categorie opgenomen.
In oudere spraakkunsten, bijv. die van G.W. Brill werd deze klasse nog verder onderscheiden in:
- 7e klasse
- /ɑn/ - /ɪn/ - /ɑn/
- vangen - ving - gevangen
- 8e klasse
- /a/ - /i/ - /a/
- slapen - sliep - geslapen
- 9e klasse
- /o/ - /i/ - /o/
- lopen - liep - gelopen
- 10e klasse
- e(i) - ie - e(i)
- Van deze klasse is alleen uitscheiden nog een restant.[1]
- ↑ Nederlandsche spraakleer; ten gebruike bij inrichtingen van hooger onderwijs; W.G. Brill 1871
Pagina’s in categorie "Sterk werkwoord klasse 7 in het Nederlands"
Deze categorie bevat de volgende 200 pagina’s, van de 368 in totaal.
(vorige pagina) (volgende pagina)A
- aanblazen
- aaneenhangen
- aaneenhouden
- aangaan
- aanhangen
- aanheffen
- aanhouden
- aanlaten
- aanlopen
- aanraden
- aanroepen
- aanstoten
- aanvallen
- aanvangen
- aanwassen
- achteraangaan
- achteraanlopen
- achtergaan
- achterhouden
- achterlaten
- achterlopen
- achternagaan
- achternalopen
- achteroplopen
- achterovervallen
- achteruitgaan
- achteruitlopen
- achteruitvallen
- aderlaten
- afblazen
- afgaan
- afhangen
- afheffen
- afhouden
- afhouwen
- aflaten
- aflopen
- afraden
- afroepen
- afstoten
- afvallen
- afvangen
B
- beethouden
- begaan
- behangen
- behouden
- behouwen
- bellenblazen
- belopen
- beraden
- beroepen
- beslapen
- bevallen
- bevangen
- bewassen
- bezighouden
- bijeenhouden
- bijeenroepen
- bijhangen
- bijhouden
- bijlopen
- bijvallen
- binnengaan
- binnenhouden
- binnenlaten
- binnenlopen
- binnenroepen
- binnenvallen
- blazen
- boekhouden
- bovenhouden
- braden
- buitengaan
- buitenhangen
- buitenhouden