heengaan
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- heen·gaan
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘weggaan’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- samenstelling van heen bw en gaan ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heengaan | - |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
heengaan o
Synoniemen
Vertalingen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
heengaan |
ging heen |
heengegaan |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
heengaan
- ergatief (formeel) vertrekken
- Hij ging heen en zag niet om.
- ergatief (eufemisme) sterven
- Zij is heengegaan.
Opmerkingen
- Niet te verwarren met erheen gaan [2]
- Zij is er niet heen gegaan.
Gangbaarheid
- Het woord heengaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "heengaan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Sterk werkwoord klasse 7 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Formeel in het Nederlands
- Eufemisme in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %