omhoogvallen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·hoog·val·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

omhoogvallen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omhoogvallen
viel omhoog
omhooggevallen
klasse 7 volledig
  1. (zeer) (te) snel stijgen op de maatschappelijke ladder
     Of het nu het twijfelachtige omhoogvallen van Selmayr tot Secretaris Generaal betreft, de nutteloze subsidie moessons, het binnenlieren van nog zes puur corrupte armlastige Balkan landen, alles wat de EU doet kost de burgers bakken met geld, stelt Frank Paardekooper.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2024 Weblink bron “’Nul respect voor die megalomane EU’” (13 mrt. 2018), De Telegraaf