Naar inhoud springen

onderlopen

Uit WikiWoordenboek

(klemtoonhomogram)

  • on·der·lo·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderlopen
liep onder
ondergelopen
klasse 7 volledig [A]

[A] ónderlopen

  1. ergatief zich vullen met water
    • Door de onophoudelijke regens was de polder ondergelopen. 
     In Zuid-Holland, waar code geel geldt, zijn er meldingen van ondergelopen kelders. Verder heeft de brandweer zijn handen vol aan meldingen van stormschade in onder meer Eindhoven, Liessel, Helmond, Maastricht en Valkenswaard.[3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderlopen
onderliep
onderlopen
klasse 7 volledig [B]

onderlópen

  1. overgankelijk (verouderd) inhalen, achterhalen, meest hardlopend
  2. overgankelijk (verouderd) verstoren, verhinderen
  3. voltooid deelwoord van onderlopen
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 mei 2022 Weblink bron “KNMI: code oranje in het zuidoosten vanwege zware onweersbuien” (19 mei 20), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be