buitengaan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·gaan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

buitengaan

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
buitengaan
ging buiten
buitengegaan
klasse 7 volledig
  1. vanuit een gebouw of omsloten ruimte naar een grotere ruimte of de buitenlucht gaan
    • Froome bleef de afgelopen maanden buiten beeld, maar gezien hij startte in de Ruta del Sol moest hij deze ochtend wel de pers trotseren. Hij sprak bij het buitengaan van de teambus heel kort, maar zei weinig. “Het onderzoek is aan de gang en dat is vertrouwelijk.[1] 
    • Eigenaars krijgen in Wallonië nog tot 1 januari 2019 om hun huisdier te laten chippen. En zoals ik onlangs nog zei tegen een vrouw die twee katten had: als ze nooit buitengaan, moet je ze ook niet laten chippen. Niemand zal je aan de deur komen lastigvallen.’[2] 
    • ‘De opdracht is eenvoudig. Festivalgangers op camping Chill, die zondagochtend hun tent opruimen, maken bij het buitengaan een foto aan de speciale fotowall en delen daarna de foto op Instagram met de hashtag AlpacaMyTent.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Standaard 14/02/2018 om 11:19 door Jan-Pieter De Vlieger in Spanje Froome praat voor het eerst na dopingheisa
  2. de Standaard 07/11/2017 om 18:05 door ehu Waalse minister: ‘Als je geen geld hebt, moet je ook geen kat nemen’
  3. de Standaard 09/08/2017 om 19:14 door rdc | Bron: BELGA Pukkelpoppers die tent opruimen maken kans op combiticket
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be