omhouwen
Nederlands
Uitspraak
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
omhouwen | omhouwend |
- | omgehouwen |
Woordafbreking
- om·hou·wen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om bw en houwen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omhouwen |
hieuw om |
omgehouwen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
omhouwen
- overgankelijk met een bijl een boom vellen
- De Franken hieuwen de heilige eik van de heidense Saksen, de Irminsul om.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord omhouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "omhouwen" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 7 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 61 %
- Prevalentie Vlaanderen 68 %