weg
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weg (hulp, bestand)
- IPA: / wɛx / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /ʋɛχ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /β̞ɛx/
Woordafbreking
- weg
Woordherkomst en -opbouw
- A
- In de betekenis van ‘verdwenen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
- In de betekenis van ‘baan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 838 [1]
- B In de betekenis van ‘broodje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1360 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weg | wegen |
verkleinwoord | weggetje | weggetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (verkeer) een smalle strook grond voor het verkeer
- Je mag enkel op de weg rijden, niet op het fietspad!
- ▸ Vooral de secundaire informatie van Guthook was voor mij van groot belang. Alle relevante informatie over de trail werd aangegeven, zoals geschikte slaapplaatsen, wegen, dorpen en alle waterbronnen.[3]
- (figuurlijk) een middel om iets te bereiken
- • Ik zie geen weg om onder de druk van oordeel en straf uit te komen.[4]
- een route
- Ik zoek de kortste weg naar Amsterdam.
- op weg: een gedeelte van een taak is volbracht
- Hij was al heel aardig op weg met het schrijven van zijn nieuwe roman.
- Het geslaagde Italiaanse offensief, de Engelsen in Doornik, de Amerikanen in Chátillon... het was duidelijk dat ze op de goede weg zaten. [5]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. een smalle strook grond voor het verkeer
aan de weg timmeren
|
zijn weg vinden
|
Bijwoord
weg [6]
- verwijderd van de huidige plaats
- Hij liep van huis weg.
- ▸ Een halfjaar weg van mijn gezin vond men wel erg lang.[3]
- onvindbaar.
- Het kan toch niet zomaar weg zijn?
- een voortgang uitdrukkend
- Het ging fout, want hij deed het allemaal in het wilde weg.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weg | weggen |
verkleinwoord | weggetje | weggetjes |
Zelfstandig naamwoord
Gangbaarheid
- Het woord weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "weg" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[9] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 1,2 "weg" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 3,0 3,1 Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron “Wendt u naar Mij toe” (16 september 1982), De Waarheidsvriend
- ↑ Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 11
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met boekreferenties
- Woorden met artikelreferenties
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %