wegstormen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·stor·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegstormen
stormde weg
weggestormd
zwak -d volledig

Werkwoord

wegstormen

  1. ergatief zich energiek uit de voeten maken
    • Zodra zij dat gehoord hadden, waren zij weggestormd. 
  2. overgankelijk van een storm geheel doen verdwijnen
    • Bij de ramp waren hele stukken dijk weggestormd. 

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be