wegverbinding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·ver·bin·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van weg en verbinding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegverbinding | wegverbindingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wegverbinding v
- (verkeer) traject om van A naar B te komen
- ▸ De Ommedijkseweg is een wegverbinding onder het viaduct van de A44.[1]
Gangbaarheid
- Het woord wegverbinding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Rijnlandroute”, Baas BV