wegbeheerder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·be·heer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegbeheerder | wegbeheerders |
verkleinwoord | wegbeheerdertje | wegbeheerdertjes |
Zelfstandig naamwoord
de wegbeheerder m
- (beroep) iemand die de taak heeft om de weg te inspecteren en te onderhouden
- een organisatie die de taak heeft om de weg te inspecteren en te onderhouden
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.