droga

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • dro·ga
enkelvoud meervoud
droga drogas

Zelfstandig naamwoord

droga v

  1. drug, verdovend middel
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
drogar

droga

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van drogar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van drogar

Verwijzingen